Veel teksten zijn voor zwakke lezers moeilijk. In een makkelijk leesbare tekst staan:
Een tekst moet zo eenvoudig zijn dat de doelgroep er geen moeite mee heeft. De beoordelaars van Stichting Makkelijk Lezen letten op:
• een goede opbouw van de inhoud
• een duidelijke boodschap
• zaken die bij elkaar horen, staan bij elkaar
• een goede indeling
• samenvatting van belangrijke informatie
• juiste interpunctie
• eenvoudige zinsstructuren (bijvoorbeeld weinig onderschikkingen, geen tangconstructies)
• gemiddeld minder dan 12 woorden per zin
• weinig figuurlijk taalgebruik (in een notendop)
• weinig verwijswoorden (het, hem, die)
• niet meer dan 4% moeilijke woorden
Moeilijk zijn:
• leenwoorden (management)
• woorden met een dubbele betekenis (beurs)
• woorden die niet vaak voorkomen (aanstonds,gaarne)
• vaktaalwoorden (haakse slijper, jurisprudentie)
• schrijftaalwoorden (aangezien, verschaffen)
• woorden met veel medeklinkers na elkaar (angstschreeuw)
• afkortingen
• de hoeveelheid tekst past bij het formaat
• voldoende wit om de tekst heen
• om de 10 à 15 regels een witregel
• illustraties verduidelijken de tekst
• kaders om belangrijke informatie te presenteren
• voldoende contrast tussen papier en letterkleur
• lettertype: duidelijke letter, font 10 – 14
• regelafstand anderhalf
• links uitgelijnd
• minder dan 12 woorden per regel
• minder dan 15 regels per alinea